The Long, Knotty, World-Spanning Story of String
'String is far more important than the weel in the pantheon of inventions'. Very interesting article about the importance of string and threads in history of mankind.
Written by Ferris Jabr
'We are Homo cordage...'
https://www.hakaimagazine.com/features/the-long-knotty-world-spanning-story-of-string/
Bezoek de laatste watervolmolens in Transsylvanië
Datum: 29 april 2011 11:21
De laatste nog werkende watervolmolens van
Europa. Textielstudiereis naar Szeklerland (Roemenië-Transsylvanië)
Bron: Molenecho's, 2011/1
1. Traditioneel weven en vollen met volmolens (Katia Wittock)
Textielantropologie onderzoekt hoe mensen textiel verwerken en gebruiken. Het
wordt heel interessant als we dat doen in een kleine gemeenschap waar honderden
jaren oude gebruiken nog gangbaar zijn. In 2010 deden we deze ervaring op in
Szeklerland - Transsylvanië, thans gelegen in Roemenië maar vroeger bij
Hongarije.
We leerden de traditionele weef- en voltechnieken bij Rózsika Góga (een
73-jarige vrouw die spint, verft, weeft, kookt en de cserges volt in de
volmolen van Gyergyóremete waar ze woont) en bij de Hongaarse textielkunstenaar
István Vidák.
Cserges of Gyapjulepedö zijn de originele Hongaarse benamingen van de
traditioneel geweven en gevolde dekens. Er zijn zomer- en winterdekens. De
zomerdekens zijn geweven met tweemaal drie licht gesponnen voorgarens. De
winterdekens zijn dikker en tellen tweemaal vier voorgarens.
Cserges bestaan uit 3 of 4 stroken die tussen 60 en 80 cm breed zijn. Er worden
verschillende motieven gebruikt die in vele variaties voorkomen:
- effen cserges in wit, bruin of rood
-cserges met bonte streepmotieven, strepen met franjes (csercses) of
dambordmotieven, al dan niet met franjes
- tarisznya: eenkleurige cserges met regelmatig onderbroken fijne strepen in
een lichtere kleurnuance.
Deze dekens worden gebruikt als slaapdekens.
De paardendekens zijn kleiner dan slaapdekens en bestaan uit twee stroken. Ook
hier bestaat een zomer- en winterversie. De motieven zijn gelijklopend:
eenkleurig, strepen, met of zonder franjes.
De twee, drie of vier stroken worden aan elkaar genaaid. De onder- en
bovenkanten worden omgenaaid (visszavarrt) of afgewerkt met franjes (tojtos).
Eens de dekens afgewerkt zijn, gaan ze in de volmolen. Door de kracht van het
water worden de dekens gevold en vindt er een pre-viltproces plaats. Het vollen
(vanyolas) duurt vier uur. De cserges gaan altijd per twee in de volmolen want
ze moeten kunnen „dansen”. Elk uur worden de dekens uit de volmolen gehaald en
bekeken. Na één uur is er nog niet veel te zien. Het tweede uur worden de
dekens harig. Het derde uur beginnen ze één derde te krimpen: van drie handen -
de daar gebruikte maat - gaat het naar twee handen. Na 4 uur „dansen” in het
stromende water, zijn de dekens klaar en moeten ze uitlekken en drogen. Een
cserge weegt, gedroogd, 6 à 7 kg: 1,5 kg ketting (felvetöfonal) en 4,5 kg
inslag (öltöfonal). Een paardendeken weegt 2 à 3 kg: 0,5 kg ketting en 2 kg
inslag.
Bij de voorbereiding tot het weven worden nog verschillende hulpmiddelen gebruikt.
De ketting wordt geschoren op een scheerboom (vetöfa) en de draden worden
volgens een bepaalde methodiek geteld: 1 kettingdraad is een szal -
3 szal is een ige - 10 ige is een zsereb.
Aan het begin en einde van de ketting is er een enkelvoudig kruis voorzien. Als
de ketting geschoren is wordt ze gevlochten tot een katacs. Later wordt ze op
de osztovata (speciale weefstoel van Remete) gezet. Dat is een eenvoudig getouw
met vier schachten. Bij het opbomen van de ketting op het weefgetouw wordt geen
effenaar gebruikt. De ketting wordt even breed gelegd als de weefbreedte van
het getouw. De binding is vrij eenvoudig en noemt hossuszemes. Het is een keper
die naar links of rechts kan gaan. Een weefspoel heet macska. Een leanka en een
tekenölevél worden gebruikt om strengen wol op te winden, om ze daarna te
verven. Bij een tekenölevél kunnen er verschillende strengen tegelijk op, door
de katona (soldaatjes) die de strengen van elkaar gescheiden houdt. Op een
motolla wordt draad tot strengen gewonden.
Op deze reis hebben we niet alleen textiel bestudeerd en verwerkt, maar ook de
cultuur van Remete leren kennen en deelgenomen aan het leven aldaar, op een
wijze die men onmogelijk aan buitenstaanders kan vertellen. Het was een heel
mooie ervaring, met vele bijzondere momenten (1)
(1) In België bestaan nog enkele watermolens die vroeger als volmolen waren
ingericht, maar nergens bleef die inrichting bewaard. Voor een repertorium,
zie: Lieven Denewet, Volmolens voor wol en zeemleder in Vlaanderen en
Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris, in:
Molenecho's, XV, 1987, 2-3, 158 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten